dinsdag 10 november 2015

Feuilleton VI: De enkele seconden met Thaisa of het begin van altijd

Eerdere delen nog niet gelezen, klik dan bovenin op feuilleton, daar staan de eerste delen van het verhaal.

VI
Met gebogen hoofd loopt Maurits weg van het kerkgebouw. Nog nooit heeft hij gebeden, maar zojuist zette hij zijn eerste stap op de weg van het onverklaarbare. Hetzelfde onverklaarbare dat hij meer dan eens had vervloekt. Hoe kan een weldenkend mens een uitvlucht nemen in een God. Nu snapt hij de reden: troost en onmacht. Langzaam naderen zijn stappen het treinstation. Als zijn moeder hem niet wil zien, zal hij moeten vluchten naar een plek waar hij wel welkom is. Dat is in de stad. Van kleins af aan slentert hij al langs de grachten. Tientallen mensen heeft hij daar ontmoet, waarvan hij er bijna net zoveel nooit meer heeft gezien. Op een iemand na: Alexios. Het is een jongen van begin 20, die met zijn vader Othello mee is verhuisd naar Nederland toen die hier aan de slag ging om de crisis in Griekenland te ontvluchten. Inmiddels gaat het goed met het gezin. Othello heeft een goede baan en Alexios studeert aan een hogeschool. Moeder Maia en dochter Thaisa completeren het gezin, maar die heeft hij nog nooit ontmoet. Alexios heeft hem altijd verteld dat de deur voor hem te allen tijde open staat. Hij besluit het erop te wagen.

Het was even zoeken, maar hij vermoedt dat het statige pand bij de gracht het juiste huis moet zijn. Maurits drukt op de bel, waar een fel en scherpend geluid uitkomt. Nou die horen ze zeker, denkt hij. Aan het gestommel in huis is te horen dat er iemand zich in de richting van de deur beweegt. Als deze open gaat, begint het hart van Maurits te bonzen in zijn keel. Langzaam voelt hij alle warmte van zijn lichaam naar zijn hoofd stromen, die hem lichte blosjes op zijn wangen moeten geven. Met dank aan de roots van zijn vader valt dat gelukkig bij hem meestal niet zo op. Voor hem staat een jonge vrouw met lange zwarte haren, die zich krullen rond haar gezicht. Een onschuldig meisjesgezicht met rode lippenstift en ondeugende donkere ogen kijkt zijn richting in. Maurits voelt dat hij wat moet zeggen, maar even weet hij geen woorden te bedenken. ,,Hallo, kan ik je ergens mee helpen,” zijn de woorden die uit de mond van het meisje komen. De krullende haren die op haar schouders dansen voorspellen haar uitdagende lichaam. Zo begeerlijk dat elke man er wel van moet stotteren, denkt hij, zo ook hijzelf. ,,J.. j.. j.. jij moet Thaisa zijn, denk ik. I.. i.. i.. eh.. ik kom voor Alexios.” De mondhoeken van het meisje bewegen omhoog, wat ervoor zorgt dat er kleine kuiltjes in haar wangen ontstaan. ,,Haha, dat klopt. Wie ben jij dan? Kom binnen, Alexios is in de huiskamer.” Ter plekke is Maurits verliefd geworden op haar lach. ,,Ik ben Maurits,” zegt hij en steekt zijn hand uit. Hij voelt dat die omvouwen wordt door de handpalm van Thaisa. Een aanraking die van hem wel een eeuwigheid mag duren, het zijn echter enkele seconde, maar wellicht is dit het begin van een voor altijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten