dinsdag 17 november 2015

Feuilleton VII: Soms zijn dingen al beëindigd voor er een einde aan is gekomen

Eerdere delen nog niet gelezen, klik dan bovenin op feuilleton, daar staan de eerste delen van het verhaal.

,,Maurits!” Een zwartharige uiterst tengere jongeman komt op hem afgerend en slaat zijn armen om hem heen. ,,Hoe gaat het met je?” Maurits zegt terwijl zijn Griekse kameraad nog met zijn armen om hem heen staat: ,,Niet zo best.” Alexios laat hem nu los en kijkt hem aan. ,,Wat is er aan de hand, maat?” Maurits twijfelt of hij het gehele verhaal zal vertellen of alleen het broodnodige. Hij beseft zich dat het niet heel verstandig is in zijn situatie om op te biechten dat hij zijn vader had voorzien van een overdosis. ,,Mijn vader is overleden en nu heeft mijn moeder tijd voor haarzelf nodig, dus ze heeft mij tijdelijk uit huis gezet.” Het gezicht van Alexios betrekt. Hij weet van de slechte band tussen Maurits en zijn vader. ,,Wat heftig. Gecondoleerd. Maar waarom zet ze je het huis uit, jullie kunnen toch het beste samen rouwen.” Maurits knikt. ,,Dankjewel, maar ik hoef niet te rouwen. Soms zijn dingen al beëindigd voor ze aan het einde zijn gekomen. Ik heb ooit een vader gehad, maar mijn vader had al jaren geen zoon meer, want ik heb al jaren geleden afscheid van hem genomen.” Alexios besluit er niet verder op in te gaan. ,,Je kan wel voorlopig bij mij crashen, maat. Net zolang dat je weer naar huis toe kan.” Er verschijnt voor het eerst sinds dagen weer een glimlach op het gezicht van Maurits. ,,Als dat zou kunnen, heel graag.”

Op de logeerkamer van de familie Siovas pakt Maurits zijn koffer uit. Wanneer hij een fotoboekje in zijn handen heeft met foto’s van hem en zijn moeder gaat de kamerdeur open. Daar staat Thaisa. ,,Zal ik je even helpen,” vraagt ze. Deze mensen zijn zo lief, hoort Maurits zichzelf denken. ,,Het meeste is al gedaan, maar bedankt voor het vragen.” Opnieuw verschijnen de kuiltjes in haar Griekse wangetjes als ze glimlacht. Ze slentert in de richting van Maurits en leg een arm om zijn schouder. ,,Ik hoorde wat er gebeurd is, als je wilt praten, ben ik er ook altijd voor je.” Ze geeft hem een zoen op zijn wang en loopt weg. Maurits voelt zijn hart bonken in zijn keel, het zweet onder zijn oksel klotsen en begint langzaam te glimlachen. Hij pakt een kladblokje en een pen en begint te schrijven.

Een heldere lucht met een onweersklap,
Trekt een vervallen bestaan naar de hemel,
Soms is de gegeven ruimte even overvol,
En dan reinigt die zich hiermee rap,

Als het bestaan dan is opgeschoond,
Is het tijd om nieuw leven te ontmoeten,
Zonder zich langer zelf te beboeten,
Wordt hij met het begeerlijke beloond,

Een engelenkoor, het avondrood,
Een zomerbries en de maneschijn,
Een druppel water in de woestijn,
Het leven voorafgaand aan de dood,

De kunst van het mooie in het leven,
Dat is iets wat jij als enige beheerst,
Daarom wordt jij door mij begeert,
En wil ik mijzelf aan jou overgeven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten